| 2000-221 |
De toekomst van het IPR na het Verdrag van Amsterdam |
| 2000-222 |
Internationaal privaatrecht |
| 2000-223 |
Tien jaar internationaal namenrecht in Nederland |
| 2000-224 |
Legalisatie van een huwelijksakte van Afghanen in Pakistan en de Notice die geen beschikking is |
| 2000-225 |
De positie van het kind in de twee kinderontvoeringsverdragen |
| 2000-226 |
Aanvechting in Nederland van internationale ‘gedwongen’ huwelijken |
| 2000-227 |
Hoe echt is uw echt? De ineffectiviteit van schijnregelgeving |
| 2000-228 |
Duits erfrecht en internationaal privaatrecht |
| 2000-229 |
Het Pacte Civil de Solidarité, het geregistreerde partnerschap, het opengestelde huwelijk, en het Nederlandse internationaal privaatrecht |
| 2000-230 |
Het geregistreerd partnerschap in het Nederlands IPR |
| 2000-231 |
De kwalificatie van de pensioenverevening |
| 2000-232 |
De rechtsgeldigheid in Nederland van een onderhands testament |
| 2000-233 |
De wijziging van de Wet conflictenrecht namen (II) |
| 2000-234 |
Belangrijke ontwikkelingen in het Personen- en familierecht met vermogensrechtelijke consequenties |
| 2000-235 |
Naar een Europese bestrijding van schijnhuwelijken via het familierecht? |
| 2000-236 |
Alimentatie: kies wijs! |
| 2000-237 |
De Haagse Conferentie voor IPR en de rechten van het kind: van conflictenrecht naar rechtshulp |
| 2000-238 |
Overeenkomsten in het internationale privaatrecht en het Weens Koopverdrag |
| 2000-239 |
Het Centros-arrest en het Nederlandse internationaal privaatrecht betreffende vennootschappen |
| 2000-240 |
Het volgrecht van de Europese Commissie in de ban van het ipr |
| 2000-241 |
Boekbespreking P. Vlas, ‘Rechtspersonen’, tweede druk, 1999; NIPR 1999, 333 |
| 2000-242 |
Noot bij Hof van Justitie EG 9 maart 1999, zaak C-212/97; NIPR 1999, 242 |
| 2000-243 |
Internationaal privaatrecht |
| 2000-244 |
Noot bij Hoge Raad 16 april 1999, nr. 9094, R97/159; NIPR 1999, 165 |
| 2000-245 |
Gefinancierde rechtsbijstand in Duitsland |
| 2000-246 |
Het Brussel II-Verdrag in het licht van het Van Uden-arrest |
| 2000-247 |
Noot bij Hoge Raad 11 februari 2000, nr. C98/207HR; NIPR 2000, 107 |
| 2000-248 |
Internationaal en interregionaal procesrecht |
| 2000-249 |
Noot bij Hoge Raad 16 april 1999, nr. 9094, R97/159; NIPR 1999, 165 |
| 2000-250 |
Public Policy as a Refusal Ground: Well Regulated? |
| 2000-251 |
Rechtsmacht van de Nederlandse rechter |
| 2000-252 |
Noot bij Hof van Justitie EG 17 november 1998, zaak C-39/95; NIPR 1999, 77 |
| 2000-253 |
Polen bij EVEX |
| 2000-331 |
Vordering tot medewerking aan een rabbinale echtscheiding |
| 2000-342 |
Vrij verkeer van rechtspersonen in ‘Europa’ na Hof van Justitie EG Centros. Nieuwe prejudiciële procedures: IPR-zetelleren verenigbaar met EG-Verdrag? (Hof van Justitie EG 9 maart 1999; NIPR 1999, 242) |
| 2000-343 |
Internationaal retentierecht (Hoge Raad 7 januari 2000; NIPR 2000, 106) |
| 2000-349 |
Europees vestigingsrecht van vennootschappen en internationaal privaatrecht |
| 2000-350 |
Boekbespreking T.M. Bos, ‘Grensoverschrijdend faillissementsrecht in Europees perspectief’ (diss. VU), 2000 |
| 2000-357 |
Artikel 12 EG-Verdrag en het (internationale) procesrecht; hernieuwde kritiek op de cautio judicatum solvi |